Gelijkwaardigheid vloerisolatie
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) bevat voorschriften die gelden voor nieuwe-, bestaande- en in gebruik te nemen bouwwerken. Om aan die voorschriften te voldoen mag er gebruik worden gemaakt van gelijkwaardige oplossingen.
Dit betekent dat een afwijkende oplossing ook kan voldoen aan de eisen!
Belangrijk is, dat op gefundeerde wijze kan worden aangetoond dat minimaal aan de gestelde eisen en voorwaarde(n) uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) wordt voldaan.
Hoe het werkt
Regelmatig wordt er aan ons gevraagd of het toepassen van het voorgeschreven isolatiepakket voor de begane grondvloer (volgens Besluit bouwwerken leefomgeving) wel strikt noodzakelijk is, als de vloer rechtstreeks op de bodem wordt gelegd. In veel gevallen kunnen wij hier een belangrijke rol spelen door de gelijkwaardigheid van de isolatiewaarde aan te tonen van de vloer met onderliggende (aangrenzende) ondergrond.
Om deze gelijkwaardigheid te kunnen aantonen, is het van belang de grondsamenstelling (tot aan de grondwaterstand) zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. Dit omdat bij de gelijkwaardigheid de isolerende werking van de ondergelegen grond wordt meegerekend.
Hiervoor maken wij gebruik onderzoeksresultaten van het geotechnisch onderzoek (verstrekt door de opdrachtgever), alsmede de grondsamenstellingskaart van de locatie (indien beschikbaar).
De gelijkwaardigheid kan vervolgens worden aangetoond met 2 door ons te maken warmteverliesberekeningen, te weten:
- Warmteverliesberekening van een fictieve situatie met een isolatiewaarde van de vloer overeenkomstig het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) (RC > 3,7 m2K/W)
- Warmteverliesberekening van de werkelijke situatie waarbij slechts een gedeelte wordt geïsoleerd en de aangrenzende grondsamenstelling in rekening wordt gebracht
Met de uitkomst van bovenstaande warmteverliesberekeningen kan gelijkwaardigheid worden aangetoond als de uitkomst van berekening 2 kleiner of hetzelfde is als van berekening 1.
Voor welke gebouwen
Dit is echter niet geschikt voor alle gebouwen. Omdat er aan de rand van een gebouw gemakkelijk horizontaal warmte weg kan stromen wordt er bij ons met een minimale isolatiestrook van 5 meter uit de gevel gerekend. Gelijkwaardigheid is dus vooral interessant bij relatief grote gebouwen. De horizontale afstand van het niet geïsoleerde vloergedeelte tot de gevellijn is dan voldoende groot om een minimaal gelijkwaardige isolatiewaarde te behalen van RC = 3,7 m2K/W (gebaseerd op een droog zandpakket direct onder de vloer met een lambda-waarde van λ=1,3 W/mK, RC=5/1,3=3,85 m2K/W). Ook speelt de gebouwvorm een belangrijke rol. Een gebouw van bijvoorbeeld 12x52 meter is veel minder interessant dan een vierkant gebouw van 25x25 meter. In het eerste geval kan er maximaal 2 (12-/-10) x 42(52-/-10)= 84 m2 aan isolatie worden bespaard (=13%) en in het 2e geval 15(25-/-10)x15(25-/-10)= 225 m2 aan isolatie worden bespaard!