Beng in de praktijk: Tips voor aannemers en installateurs
De bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen (EPG) is per 1 januari 2021 gewijzigd.
Vanaf dat moment dient de energieprestatie te worden bepaald volgens de Nederlands Technische Afspraak (NTA 8800).
Naast deze bepalingsmethode is ook vastgelegd (in het stelsel energieprestatie gebouwen) dat de kwaliteit van de werkzaamheden, die voor het bepalen van de energieprestatie noodzakelijk zijn, moet zijn geborgd. Deze kwaliteitsborging is vastgelegd in de BRL9500. Hierin worden naast de certificeringseisen ook de eisen voor gebouwopnamen omschreven. En deze gebouwopnamen zijn gedetailleerd vastgelegd in ISSO publicatie 75.1 (Utiliteit) en 82.1 9 Woningbouw).
Het resultaat van het bepalen van de energieprestatie volgens de NTA 8800 is voor zowel bestaande bouw als nieuwbouw een energieprestatierapport met energielabel. Voor nieuwbouwsituaties wordt de energieprestatie in 2 fasen bepaald, namelijk:
- Voor aanvraag van de omgevingsvergunning (voorlopig rapport/energielabel)
- Na oplevering van de woning (definitief rapport/energielabel)
Voor nieuwbouwsituatie worden er in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) minimale eisen gesteld aan de energieprestatie. Dit wordt uitgedrukt in de zogenaamde BENG indicatoren (zie “EPG en BENG”). Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning dient met het (voorlopige) energieprestatierapport te worden aangetoond dat aan de eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) wordt voldaan.
Wat betekent kwaliteitsborging (BENG-opname) voor nieuwbouw dit in de praktijk?
In grote lijnen komt het erop neer dat alle onderdelen die van invloed zijn op de energieprestatie van het gebouw heel goed moeten worden vastgelegd gedurende het bouwproces. Met “onderdelen” kan men denken aan geïsoleerde constructies, detailleringen, raamconstructies inclusief kozijnen, panelen, installatiecomponenten, geïsoleerde leidingen, warmte- en koude opwekking etc. etc.
En met vastleggen wordt bedoeld dat het duidelijk en onomstotelijk wordt vastgelegd dat en op welke wijze het desbetreffende onderdeel daadwerkelijk is toegepast.
Als na oplevering een eindopname/controle door onze energieprestatieadviseur wordt gedaan, dan is het dus handig als er op overzichtelijke wijze informatie kan worden verstrekt.
Wij adviseren daarom aan zowel de bouwkundige aannemers als aan de betrokken installateur het volgende in acht te nemen:
- Zorg voor een overzichtelijk projectdossier waarin alle relevante onderdelen voor de energieprestatie zijn vastgelegd
- Indien er onduidelijkheden zijn over het vastleggen van de gegevens, informeer bij de EP-adviseur wat in dat geval noodzakelijk is
- Maak zo veel mogelijk foto’s van onderdelen die aan het zicht worden onttrokken, maar wel relevant zijn voor de energieprestatie (zoals gevelisolatie), vloerisolatie, dakisolatie etc. Aandachtspunten bij foto’s:
Maak niet alleen foto’s van dichtbij maar ook contextueel, dus op afstand waaruit duidelijk is waar in het desbetreffende gebouw het onderdeel van toepassing is.
Maak foto’s met een goede resolutie (>2Mb) - Controleer tijdens het bouwproces of in de bouw per onderdeel minimaal aan de kwaliteit wordt voldaan die is vastgelegd bij de aanvraag omgevingsvergunning (voorlopig energierapport)
- Werk zoveel mogelijk met kwaliteitsverklaringen en in ieder geval daar waar dit is toegepast bij de aanvraag omgevingsvergunning.